DE GESCHIEDENIS VAN 1844 - 1993

    Onderstaand enkele feiten:

    • Op maandag 10 juni 1844
      • verzoekt Gerardus van der Ley aan Z.M. de koning om een korenwindmolen te stichten op de zogenaamde Batterij op de Ouden Molen te mogen stichten.

    • Zaterdag 6 juli 1844
      • Dient Erkje Abrahamse Oostdijk, weduwe van Willem Maris, molenaresse en eigenaresse van de stenen wind korenmolen te Fijnaart,
        een bezwaar in tegen Gerardus van der Ley om een korenwindmolen te stichten, op grond dat haar molen is aangekocht met het recht
        om alleen het gemaal te Fijnaart te mogen uitoefenen. Ook wordt een bezwaar ingediend door Jan Willemse Vis, landbouwer, omdat
        zijn land dicht ligt bij de op te richten molen en om zulks te bebouwen gevaarlijk is voor de paarden en dat het water zich bij regen in
        de zeilen zal verzamelen en op zijn land zal worden geworpen. Beide bezwaren zijn behandeld op 24 september 1844.


    • Maandag 18 augustus 1845.
      • Gerardus van der Ley geeft aan Jan Willemse Vis een schadeloosstelling in geld als tegemoetkoming voor zijn verliezen aan zijn eigendom
        door het stichten van gemelde molen.
        Aan alle formaliteiten tot vergunning zijn voldaan en Gerardus van der Ley krijgt toestemming een molen te bouwen.


    • Vrijdag 26 oktober 1849
      • brand de molen af echter in januari 1850 is er al weer een bestek voor herbouw.
        De oorzaak van de brand is niet echt bekend, maar men denk dat de molenaar zijn stenen aan het scherpen was en daarbij een olielamp niet voldoende had gedoofd.


    • ? 1966
      • A. de Lint dient een verzoek in tot gedeeltelijke sloop van de molen.


    • Dinsdag 14 juni 1966
      • A de Lint krijgt geen toestemming tot sloop.


    • Vrijdag 8 juli 1966
      • De voorzitter van de Provinciale molencommissie stuurt een brief naar de monumentenzorg dat het zeer de moeite waard is de korenmolen te behouden en verzoekt de gemeente Fijnaart hem te steunen in zijn streven. Hij steunt de subsidie aanvraag voor de restauratie.


    • Donderdag 28 juli 1966
      • Monumentenzorg ziet geen aanleiding een subsidie in het vooruitzicht te stellen voor restauratie en schuiven de argumenten ter zijde i.v.m. de sterk gestegen kosten en het geringe bedrag dat ter beschikking staat voor restauraties.


    • Vrijdag 11 november 1966
      • De Hollandsche Molen” stuurt een brief naar gedeputeerde State van Noord-Brabant, dat het niet verantwoord is toestemming te verlenen tot sloop van deze molen. Wel mogen loshangende en onderdelen die gevaar opleveren worden verwijderd.


    • Vrijdag 15 november 1966 ( kopie brief )
      • A de Lint krijgt toestemming van de gemeente Fijnaart om de molen toch te slopen.


    • Woensdag 30 november 1966
      • De Provincie Brabant deelt mede dat de molen valt onder de bepalingen van de Monumentenwet en dat de provincie niet bevoegd is om een sloopvergunning te verlenen.


    • Woensdag 28 december 1966
      • Het Ministerie van WVC (Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur) geeft alsnog toestemming om het monument af te breken, ingevolge art.14 en 15.


    • ? September 1967
      • De molen wordt door molenmaker Piet van Beek uit Rijnsaterwoude onttakeld.
        Hij heeft alle onderdelen meegenomen, waaronder het bovenwiel, bovenschijf, spoorwiel, staakijzers, steenrondsels, kuipdelen, pasbalken, maalstenen enz, enz.
        De onttakeling duurde ongeveer 1 week.
        De afspraak was gemaakt dat voor de eigenaar hieraan geen kosten waren verbonden als Van Beek alle bruikbare onderdelen mee mocht nemen.
        Aldus geschiedde. Helaas!
        Bij de onttakeling werden de stenen door de luiluiken naar beneden gebracht en de roeden werden m.b.v. handtakels naar beneden gelierd.
        Helaas is niet meer na te gaan in welke andere molen(s) de meegenomen onderdelen hergebruikt zijn.
        (zie “molenwereld” november 2001)
        Hopelijk zal deze molen wederom in zij oude glorie hersteld kunnen worden.


    • In 1993
      • kocht het echtpaar Groenewoud het huis met de molenromp van de familie De Lint.
        Daarna vonden de familie Groenewoud en Brabantse molenliefhebbers elkaar om tot restauratie van de molen te komen.
        Dit leidde tot de oprichting van de "stichting De Oude Molen die in 2000 de molen in eigendom verkreeg.
        Inmiddels was ook de papierwinkel in gang gebracht voor de restauratie zoals vergunningen en subsidieaanvragen.
        Op dit moment zijn alle formaliteiten afgerond en is opdracht gegeven voor de restauratie gegeven aan molenmaker John de Jongh uit Veldhoven.
        Deze restauratie zal in delen worden uitgevoerd en onder voorbehoud dat de financiën het toelaten.